MaintainMadness – Enduro trip Barcelonette 2019

Ook in de zomer en zonder sneeuw zijn bergen de moeite waard. Het is alleen een kwestie van ander speelgoed (en andere spelers).

Met een gezonde spanning werden er op woensdagavond op twee plaatsen in nederland verzameld en ingeladen. Fietsen en eten voor de nacht. Doel Barcelonette in Vallée de l’Ubaye; zo’n 12 uur verder naar het zuiden.

Na een voorspoedige rit zagen we ergens achter Grenoble de zon opkomen en kon Team Groen/Geel nog even genieten van de rust die Team Zwart zou komen verstoren.

Rit 1

Na de hereniging en kennismaking, werd plan 1 ontvouwen. Beginnen met een asfaltklim via Sauze bij Super-Sauze het terrein in. De eerste kilomters horizontaal langs de Terre Noire die zo kenmerkend in voor de streek, reden we de Col d’Alaris op. Tot dan toe nog weinig ‘spannend’, maar daar zou snel verandering in komen.

Na een paar encounters met wandelaars en een jager (compleet met hondje die een koe na deed), doken we de Col op. Euh.. die doken we af. De eerste afdalingen (en crash) waren een feit. De eerste kennismaking met switchbacks rijden overigens ook.

Terug via de speeltuin (voor fietsende jongetjes) en de rivierbedding terug naar huis.

… met dank aan de Europese Unie
 

Terug via de rivierbedding en de fietsenafspuitplaats (met dank aan de EU).

Lang moeten wachten op het eten, maar gelukkig wel met saus en super saus. Op de terugweg nog wat classic routeplanning in de buitenlucht.

Rit 2

Moe van het uitslapen en met verse (fabrieks-) croissants op het gemakje opgestaan. We hebben immers ook vakantie ver van onze snoozende of jengelende wekkertjes of zeurende werkgevers.

Sainte-Anne la Condamine is het doel; kijken hoe ver we kunnen komen met de bodemvrijheidsloze leasebakken over de Route Forrestières. We willen zo hoog mogelijk instappen en op 1.800 meter lijkt het ons beter om de auto’s te parkeren; verder te fiets.

De route klimt en klimt. Niet zo heel vreemd, ons doel ligt meer dan 1.000 meter boven ons. We duiken het dal in waar het stroompje Ruisseau La Parpaillon haar oorsprong vindt en zijn verbluft door de desolaatheid. We zijn de koningen van het dal.

We laten het pas naar de tunnel onder Col du Parpaillon links liggen, deze ligt immers ‘maar’ op 1.625 meter hoogte. We volgen het stroompje steeds verder het maanlandschap in.

… en genieten van de verkoeling van de stroom…

Vol verbazing zien we nog Bergmarmotten; de beestjes zouden eigenlijk al in winterslaap moeten zijn. We lunchen op het dak van een stal en bedenken dat het leven mooi is.

Na de rust van de lunch gaan we door, steeds verder het dal in, verder de hoogte in en de stijgingspercentages klimmen mee. Fietsen wordt steeds lastiger en klimmen met de fiets op de nek een steeds betere keuze. Een hele puzzel nog hoe de fiets beet te pakken en met welke schwung in je nek te gooien. Ergens zit er een twist in die handeling die mij in het begin steeds slecht af gaat; er heeft nog weken een bult in mijn nek gezeten…..

Lopen met een fiets in je nek is nog tot daar aan toe, maar in dit landschap, op deze hoogte, in deze temperaturen en vooral met deze stijgingspercentages. Het valt nog niet mee en regelmatig stoppen we om net te doen of we serieus aan routeplanning doen, maar meer is het stoer poseren en vooral bijkomen…..

Teon loopt voor me en het pad (if any) loopt in eens naar beneden om later weer te stijgen. Ik vind dat dom; waarom zou ik die hoogtemeters weggeven om later weer zuur terug te claimen? Dat blijkt een foute inschatting. Een pad is immers niet voor niets een pad…. Ik glijd uit en schuif diezelfde meters over het losse puin naar beneden.

Klimmen….

En nog eens klimmen….

Maar het doel heiligt alle middelen, alle zweet.. op 2.825 bereiken we ons hoogste punt tussen de Grand Bérard en La Chalanche in, Pas de Reverdillon. De zon begint te zakken en dat voelen we direct. Snel een foto en bewijs achter laten.

De afdaling is sketchy. Switchbacks, steil, keien zo groot als stierenkloten die tegen onze frames aan bonken waar de Titanic nog van zou schrikken, maar we maken het heelhuids beneden. En onder het toezicht van de volle maan dalen we weer af naar het dal, rijden we terug naar Barcelonette, terug naar de pizza van Sven, de Kronenbourg en de foto’s en verhalen. F**k, Le F**k… wat een dag!